Wilde mossels

De levens van de jonge Zeeuwse vrienden Leen, Jacob en Daan staan in het teken van onrust; onrust die voortvloeit uit verveling, want op Schouwen-Duivenland gebeurt niets, tenzij je zelf voor reuring zorgt. Met motorcross, hun hardrockband en een beetje rondhangen in Café 't Oekje aan het Kerkplein proberen ze de lamlendigheid te verjagen. Vooral bij Leen (Fedja van Huêt) is de onrust groot; sinds hij een gestrande Ier langs de kant van de weg heeft ontmoet, droomt hij van een bestaan als garagehouder in Dublin. Maar hoe groot zijn wens ook is om de wijde wereld te gaan verkennen, er is van alles dat hem tegenhoudt, zoals zijn bezitterige moeder. "Het leven wordt nog wel beter", wordt in de film verzucht.

Met deze 'aardappelwestern' maakte de Zeeuwse regisseur Erik de Bruyn zijn speelfilmdebuut, een film die in de verte Rebel Without a Cause in herinnering brengt. Maar dan op zijn Zeeuws.